Hierbij volgt een lijst met competenties die vaak bij mensen met autisme goed ontwikkeld zijn:
Kwaliteitsbewustzijn
Vincent is de chef van de werkplaats bij een autoherstelbedrijf. Ik ben jobcoach van Stephan die in de werkplaats als monteur werkt. Vincent verzucht dat Stephan zich steeds overal mee bemoeit . Vooral met nieuwe collega's die ingewerkt worden.
Ik leg uit aan Vincent, dat dit geen bemoeizucht is. Ik vertel verder hierover: "Stephan wil dat jullie topkwaliteit leveren, net als hij zelf doet. Als hij ziet dat anderen hier steken laten vallen, gaat hij zich er inderdaad mee "bemoeien". Maar dus wel vanuit een goed bedoeld perspectief."
Ik adviseer Vincent om aan Stephan uit te leggen, dat hij zijn betrokkenheid waardeert, maar dat het juist als er nieuwe collega's zijn het belangrijk is dat anderen zich op hun eigen werk richten. Dan kan hij als chef zich volledig op de nieuwkomers richten. Ik voeg nog toe: je kunt ook nog aan Stephan vragen om als hij echt ziet dat iets niet goed gaat hij het beste jou kan aanschieten. En jij het dan oppakt. Hiermee stel je Stephan gerust, dat het gezien en opgepakt wordt.
ik leg verder uit: voordeel is ook nog:, dat Stephan zo kan ervaren, dat er binnen een werksituatie andere wegen zijn dan er zelf op af stappen om een probleem op te lossen.
Ik leg uit aan Vincent, dat dit geen bemoeizucht is. Ik vertel verder hierover: "Stephan wil dat jullie topkwaliteit leveren, net als hij zelf doet. Als hij ziet dat anderen hier steken laten vallen, gaat hij zich er inderdaad mee "bemoeien". Maar dus wel vanuit een goed bedoeld perspectief."
Ik adviseer Vincent om aan Stephan uit te leggen, dat hij zijn betrokkenheid waardeert, maar dat het juist als er nieuwe collega's zijn het belangrijk is dat anderen zich op hun eigen werk richten. Dan kan hij als chef zich volledig op de nieuwkomers richten. Ik voeg nog toe: je kunt ook nog aan Stephan vragen om als hij echt ziet dat iets niet goed gaat hij het beste jou kan aanschieten. En jij het dan oppakt. Hiermee stel je Stephan gerust, dat het gezien en opgepakt wordt.
ik leg verder uit: voordeel is ook nog:, dat Stephan zo kan ervaren, dat er binnen een werksituatie andere wegen zijn dan er zelf op af stappen om een probleem op te lossen.
Helder denken in emotionele situaties
Siebrand werkt als beveiliger bij een boot, die grondig gerenoveerd wordt. Hij werkt vanuit een keet op het terrein aan de haven vlak naast de boot. Hij houdt onder andere bij wie er voor werkzaamheden binnen komen en wanneer ze weggaan. Hij verblijft ook s 'nachts in de keet als bewaker.
Tijdens zijn dienst breekt brand uit op de boot. Brandweer, politie komen uiteraard. Voor de brand bezworen is, gaan er enkele dagen overheen. Al deze dagen blijft hij werken in overleg met politie en brandweer.
Ik vraag hem na die tijd of hij het erg zwaar heeft gevonden.
Zijn reactie: het was erg vermoeiend, maar vooral erg leuk om hier mijn aandeel in te leveren.
Wat je hier ziet, is dat Siebrand helder blijft denken in een situatie waar vele anderen onder de druk en door emoties in paniek raken.
Tijdens zijn dienst breekt brand uit op de boot. Brandweer, politie komen uiteraard. Voor de brand bezworen is, gaan er enkele dagen overheen. Al deze dagen blijft hij werken in overleg met politie en brandweer.
Ik vraag hem na die tijd of hij het erg zwaar heeft gevonden.
Zijn reactie: het was erg vermoeiend, maar vooral erg leuk om hier mijn aandeel in te leveren.
Wat je hier ziet, is dat Siebrand helder blijft denken in een situatie waar vele anderen onder de druk en door emoties in paniek raken.
Perfectionisme
Veel mensen met autisme willen datgene wat ze doen perfect doen. Soms is dan het zaak ze te leren dat 100% perfectie in vele situaties niet nodig is. Tegelijk heb ik in de controle kamer van een kerncentrale liever iemand met autisme met een perfectionistische instelling die zich nauwgezet aan zijn werk houdt dan iemand die zich continu laat afleiden door opkomende berichten op Facebook.
Onverstoorbaarheid
Melody heeft PDD NOS. Ze werkt bij een verzekeringsmaatschappij waar ze documenten inscant. In de ruimte waar ze werkt is het vaak rommelig. Melody werkt onverstoorbaar door. Ze kan zich namelijk heel goed focussen op haar werk en zich voor alle andere invloeden afsluiten.
Deze onverstoorbaarheid heeft overigens niet iedereen met autisme. Anderen zijn soms snel afgeleid door omgevingsfactoren.
Tip: aanpassingen van de werkplek. Soms helpen kleine aanpassingen al om te bereiken dat de werkplek hier op wordt afgestemd. Denk bij een kantoortuin aan de plaatsing van een bureau meer achterin dan waar continu mensen langs lopen.
Deze onverstoorbaarheid heeft overigens niet iedereen met autisme. Anderen zijn soms snel afgeleid door omgevingsfactoren.
Tip: aanpassingen van de werkplek. Soms helpen kleine aanpassingen al om te bereiken dat de werkplek hier op wordt afgestemd. Denk bij een kantoortuin aan de plaatsing van een bureau meer achterin dan waar continu mensen langs lopen.
Zelfstandigheid
Binnen onze jobcoaching komen we deze competentie in vele vormen tegen.
Vaak beginnen we een jobcoachtraject omdat betreffende werknemer meer aansturing nodig heeft dan andere werknemers. De kosten en belasting voor de organisatie worden hierdoor te hoog. Als jobcoach begeleiden en adviseren we vervolgens hierbij. De ervaring leert dat in het overgrote deel van de coachingstrajecten dit positief uitwerkt. Daarmee richten we ons dus, meestal met succes, op een toename van het zelfstandig kunnen werken.
Zelfstandig werken heeft ook de navolgende component. Veel mensen vinden het prettig om in een team te werken en halen hun bevrediging in het werk uit de contacten met anderen (collega's, klanten).
Voor werkzaamheden met een meer solitair karakter zijn daarom vele mensen niet geschikt. Ze missen de contacten met anderen en kunnen hierdoor gedemotiveerd raken.
Juist vanwege hun autisme zijn mensen met autisme daarom vaak uitermate geschikt voor functies waar je veelal zelfstandig je werk moet invullen. Denk aan operators bij grote industriële bedrijven die urenlang monitoren en controlepanelen observeren. Denk aan inspectiewerkzaamheden waar iemand zelfstandig op pad moet en slechts sporadisch contact heeft met anderen. Denk aan werkzaamheden als beveiliger of bewaker waarbij je zelfstandig op pad bent op nachtelijke uren.
Vaak beginnen we een jobcoachtraject omdat betreffende werknemer meer aansturing nodig heeft dan andere werknemers. De kosten en belasting voor de organisatie worden hierdoor te hoog. Als jobcoach begeleiden en adviseren we vervolgens hierbij. De ervaring leert dat in het overgrote deel van de coachingstrajecten dit positief uitwerkt. Daarmee richten we ons dus, meestal met succes, op een toename van het zelfstandig kunnen werken.
Zelfstandig werken heeft ook de navolgende component. Veel mensen vinden het prettig om in een team te werken en halen hun bevrediging in het werk uit de contacten met anderen (collega's, klanten).
Voor werkzaamheden met een meer solitair karakter zijn daarom vele mensen niet geschikt. Ze missen de contacten met anderen en kunnen hierdoor gedemotiveerd raken.
Juist vanwege hun autisme zijn mensen met autisme daarom vaak uitermate geschikt voor functies waar je veelal zelfstandig je werk moet invullen. Denk aan operators bij grote industriële bedrijven die urenlang monitoren en controlepanelen observeren. Denk aan inspectiewerkzaamheden waar iemand zelfstandig op pad moet en slechts sporadisch contact heeft met anderen. Denk aan werkzaamheden als beveiliger of bewaker waarbij je zelfstandig op pad bent op nachtelijke uren.
Geheugen voor feiten
Gerard werkt bij de belastingdienst. Hij heeft een heel goed geheugen. Als hij eenmaal de regels heeft gelezen, zal hij ze niet meer vergeten. Gerard is blij met zijn werk, want zijn werkzaamheden bestaan uit het controleren en beoordelen van informatie op basis van regels en feiten. Met andere woorden: zijn werk sluit perfect aan bij de kwaliteiten die bij hem sterk ontwikkeld zijn.
Technisch inzicht
Leo is automonteur, kok en vrachtwagenchauffeur geweest. Later heeft hij bij een technische dienst van een grote bank gewerkt. Leo hoeft alleen maar naar een machine te kijken om te begrijpen hoe het werkt en hoe het als het stuk is hersteld kan worden. Door zijn doorzettingsvermogen kan hij alles repareren, omdat hij net zo lang doorgaat tot het weer werkt.
Leo biedt zijn werkgever veel zekerheid. Hij kan alles maken. Wel is het belangrijk af en toe even mee te kijken of de tijdsinvestering van de reparatie opweegt tegen de kosten van het apparaat.
Leo biedt zijn werkgever veel zekerheid. Hij kan alles maken. Wel is het belangrijk af en toe even mee te kijken of de tijdsinvestering van de reparatie opweegt tegen de kosten van het apparaat.
Nauwkeurigheid
Johan heeft een autisme spectrum stoornis. Hij voert veiligheidsinspecties uit ten behoeve van brandveiligheid in grote gebouwen. Hiertoe moet hij lange afvinklijsten nalopen en ondertussen bedrading en knoppenkasten checken. Dit vraagt een gerichte concentratie en heel veel nauwkeurigheid. Deze kwaliteiten zijn bij Johan sterk ontwikkeld.
"Out of de box" denken
Door de gedetailleerde manier van waarnemen zien mensen met autisme soms net andere mogelijkheden dan mensen zonder autisme. Van mensen die van grote invloed zijn geweest op technologische ontwikkelingen wordt wel gezegd dat er vermoedelijk sprake is van autisme dan wel trekken hiervan. Voorbeelden van mensen die vermoedelijk autisme hadden zijn Einstein, Bill Gates en Steve Jobs.
Directheid
Constance is een zeer intelligente vrouw met autisme. Ze is journalist. Vaak weet ze de waarheid en hoe dan ook meer informatie boven te halen dan anderen. Ze durft verder door te vragen dan vele andere goede journalisten.
Wat je hier bij Constance ziet, is dat ze vergeleken met de gemiddelde mens minder schroom kent om door te vragen op een moment waar anderen om beleefdheidsredenen stoppen, niet verder durven vragen. De waarheid ligt echter vaak voorbij wat we willen laten zien. Dan hebben we dus mensen als Constance nodig om de waarheid aan het licht te brengen.
Wat je hier bij Constance ziet, is dat ze vergeleken met de gemiddelde mens minder schroom kent om door te vragen op een moment waar anderen om beleefdheidsredenen stoppen, niet verder durven vragen. De waarheid ligt echter vaak voorbij wat we willen laten zien. Dan hebben we dus mensen als Constance nodig om de waarheid aan het licht te brengen.
Rationaliteit
Om de waarde van deze kwaliteit te begrijpen, zou je de volgende vraag kunnen stellen: mag mijn chirurg een autisme spectrum stoornis hebben?
Bij een operatie komt vaak onrust, angst en emotie kijken. Bij de patiënt, diens familie, misschien ook wel bij de arts. Wat heb je dan liever? Een dokter die de operatie uitvoert, terwijl hij tranen met tuiten huilt, bij iedere snede zenuwachtiger wordt, meer gaat trillen en zich continu excuseert voor zijn gemoedstoestand?
Of dan toch maar een emotioneel gezien koelere dokter met autisme, die rationeel denkt en stelt: "dit is een gezondheidsbedreiging en ik kan hier iets aan doen". Die door zijn autisme tot in detail het probleem ziet en nauwkeurig en gericht de operatie tot een goed einde brengt?
Bij een operatie komt vaak onrust, angst en emotie kijken. Bij de patiënt, diens familie, misschien ook wel bij de arts. Wat heb je dan liever? Een dokter die de operatie uitvoert, terwijl hij tranen met tuiten huilt, bij iedere snede zenuwachtiger wordt, meer gaat trillen en zich continu excuseert voor zijn gemoedstoestand?
Of dan toch maar een emotioneel gezien koelere dokter met autisme, die rationeel denkt en stelt: "dit is een gezondheidsbedreiging en ik kan hier iets aan doen". Die door zijn autisme tot in detail het probleem ziet en nauwkeurig en gericht de operatie tot een goed einde brengt?
Om de waarde van deze kwaliteit te begrijpen, zou je de volgende vraag kunnen stellen: mag mijn chirurg een autisme spectrum stoornis hebben?
Bij een operatie komt vaak onrust, angst en emotie kijken. Bij de patiënt, diens familie, misschien ook wel bij de arts. Wat heb je dan liever? Een dokter die de operatie uitvoert, terwijl hij tranen met tuiten huilt, bij iedere snede zenuwachtiger wordt, meer gaat trillen en zich continu excuseert voor zijn gemoedstoestand?
Of dan toch maar een emotioneel gezien koelere dokter met autisme, die rationeel denkt en stelt: "dit is een gezondheidsbedreiging en ik kan hier iets aan doen". Die door zijn autisme tot in detail het probleem ziet en nauwkeurig en gericht de operatie tot een goed einde brengt?
Loyaliteit
Marcel werkt als bodyguard bij een discotheek en vertelt me dat hij vorig weekend ruzie heeft gehad met zijn beste vriend. Deze vriend wilde nog naar binnen maar de baas van Marcel had hem eerder gezegd niemand meer binnen te laten. Dus luisterde Marcel naar zijn baas. Wat je hier ziet is dat mensen met autisme vaak zeer loyaal zijn naar hun werkgever.
Planmatig kunnen werken
Mensen met autisme vinden het vaak prettig om te werken vanuit overzicht. "Zo maar doen" of "ad hoc" werkzaamheden sluiten dan niet altijd aan. Gestructureerde en planmatig uit te voeren werkzaamheden passen daarom vaak goed bij mensen met autisme.
Naar gelang het niveau kan iemand hierdoor goed werk verrichten in een postkamer.
Dan wel binnen grote beleidsmatige klussen ingezet worden.
(Exacte) wetenschappers hebben vaak (lichte) autistische trekjes. Juist omdat hun kracht ligt in een gestructureerde, planmatige aanpak.
Naar gelang het niveau kan iemand hierdoor goed werk verrichten in een postkamer.
Dan wel binnen grote beleidsmatige klussen ingezet worden.
(Exacte) wetenschappers hebben vaak (lichte) autistische trekjes. Juist omdat hun kracht ligt in een gestructureerde, planmatige aanpak.
Verantwoordelijkheidsgevoel
Deze kwaliteit is bij autisme verhoudingsgewijs in sterke mate aanwezig. Mensen met autisme hebben vaak een sterke behoefte aan duidelijkheid en een overzichtelijke wereld. Binnen een werkomgeving betekent dit dat een werknemer met autisme zijn werk, taken en afspraken uitermate serieus neemt. Daarmee voor de werkgever een betrouwbare en loyale factor is.
Wat we binnen onze jobcoaching soms zien, is dat dit ook een valkuil kan zijn. Waar iedereen gesteld is op zijn pauzes en aan het eind van dag stopt met werken kunnen mensen met autisme soms moeilijk stoppen als de opdracht nog niet klaar is. Op termijn ligt hierdoor het gevaar van overbelasting op de loer. Een jobcoach observeert hier op en leert werknemer en werkgever hoe hier een goed evenwicht in te vinden.
Wat we binnen onze jobcoaching soms zien, is dat dit ook een valkuil kan zijn. Waar iedereen gesteld is op zijn pauzes en aan het eind van dag stopt met werken kunnen mensen met autisme soms moeilijk stoppen als de opdracht nog niet klaar is. Op termijn ligt hierdoor het gevaar van overbelasting op de loer. Een jobcoach observeert hier op en leert werknemer en werkgever hoe hier een goed evenwicht in te vinden.
Patronen zien
Bij mensen met autisme zie je, dat veelal de gedetailleerde waarneming sterk ontwikkeld is. Door deze eigenschap zullen mensen met autisme bij controlerende werkzaamheden bijvoorbeeld op onregelmatigheden in een productieproces goed functioneren. Naar gelang van verder opleiding en aanleg spreken we bij de één over controles aan een lopende band en bij een ander op controles op hoogwaardig ICT niveau.
Objectiviteit
Voor mensen met autisme kan het aangaan van onderhouden van relaties soms een lastige aangelegenheid zijn. Sociale conventies, onuitgesproken verwachtingen en regels die voor mensen zonder autisme zo vanzelfsprekend zijn, maken het sociale contact voor mensen met autisme soms tot een doolhof waar ze binnen verdwalen.
In sommige situaties en werkzaamheden heeft dit ook een andere kant, een positieve kant. Mensen met autisme houden zich hierdoor veel minder bezig met "eigenlijk hoort het niet, maar ik gun je het" of "jij niet want ik mag je niet en jij wel want jij bent leuk". Voor beroepen waar neutraliteit, integriteit en eerlijkheid vereiste zijn, zijn dit belangrijke kwaliteiten. Denk dan aan het werk van een rechter, een accountant, een beveiliger of bewaker.
In sommige situaties en werkzaamheden heeft dit ook een andere kant, een positieve kant. Mensen met autisme houden zich hierdoor veel minder bezig met "eigenlijk hoort het niet, maar ik gun je het" of "jij niet want ik mag je niet en jij wel want jij bent leuk". Voor beroepen waar neutraliteit, integriteit en eerlijkheid vereiste zijn, zijn dit belangrijke kwaliteiten. Denk dan aan het werk van een rechter, een accountant, een beveiliger of bewaker.
Diepgang in specialisme
Het afdelingshoofd van een gespecialiseerde afdeling op een onderzoekslaboratorium tegen de medewerker met autisme:
"je werktempo is misschien lager dan dat van je collega's. Maar de betrouwbaarheid van jouw testen en analyses ligt beduidend hoger. Ik ben hierdoor minder tijd kwijt aan het controleren van je werk en jij hoeft minder vaak her-controles uit te voeren."
"je werktempo is misschien lager dan dat van je collega's. Maar de betrouwbaarheid van jouw testen en analyses ligt beduidend hoger. Ik ben hierdoor minder tijd kwijt aan het controleren van je werk en jij hoeft minder vaak her-controles uit te voeren."
Logica
Aan de ene kant zie je vaak bij autisme dat mensen minder sterk zijn in hun begrip in de meer complexe menselijke verhoudingen en omgangsvormen. De tegenhanger hiervan is dat het logisch denkvermogen vaak weer sterker ontwikkeld is. Daarmee ook het vermogen om complexe en abstracte reeksen en theorieën te begrijpen dan wel te ontwikkelen.
Het is daarom niet voor niets dat op plekken waar hoogwaardige ICT en andere technische ontwikkelingen plaatsvinden er verhoudingsgewijs meer mensen met autisme leven. In Nederland is dit Eindhoven en omgeving. In de VS zie je dit onder andere in Silicon Valley in California.
Het is daarom niet voor niets dat op plekken waar hoogwaardige ICT en andere technische ontwikkelingen plaatsvinden er verhoudingsgewijs meer mensen met autisme leven. In Nederland is dit Eindhoven en omgeving. In de VS zie je dit onder andere in Silicon Valley in California.
Eerlijkheid
Mensen zonder autisme denken en reageren vaak vanuit de complexiteit van de menselijke verhoudingen. Ze leren ook dat met een beetje geven en nemen je vaak meer voor elkaar krijgt. Hier is niets mis mee, maar er is wel een valkuil: omkoping, fraude, vriendjespolitiek kunnen hier uit voortvloeien.
Mensen met autisme begrijpen vaak niets van die complexiteit, denken vaak meer rechtlijnig. Vinden al die politieke spelletjes te complex, dan wel volstrekt niet interessant. Zijn daar veel minder gevoelig voor.
In beroepen waar onpartijdigheid, integriteit, eerlijkheid belangrijke kernwaarden zijn, kunnen mensen met autisme daarom heel goed functioneren. Denk aan: accountants, rechters, beveiligers, politie.
Mensen met autisme begrijpen vaak niets van die complexiteit, denken vaak meer rechtlijnig. Vinden al die politieke spelletjes te complex, dan wel volstrekt niet interessant. Zijn daar veel minder gevoelig voor.
In beroepen waar onpartijdigheid, integriteit, eerlijkheid belangrijke kernwaarden zijn, kunnen mensen met autisme daarom heel goed functioneren. Denk aan: accountants, rechters, beveiligers, politie.
Authenticiteit
Mensen (met en zonder autisme) leren om een heleboel te vinden en te denken, maar dit voor zichzelf te houden. Dit is ook best wel handig. Als je al te eerlijk zou zijn naar de baas kun je deze beledigen. Dat is niet slim, kan tegen je werken. Daarbij is het soms niet handig om meteen alles te benoemen en uit te spreken. Denk aan de uitdrukking: niet meteen het achterste van je tong laten zien. Vanwege dit soort overwegingen leren we om een houding en pose op te bouwen naar de buitenwereld toe.
Dit maakt echter dat vele mensen niet echt kunnen, durven zijn wie ze zijn. Het maakt mensen bovendien onvoorspelbaar. Ze zeggen niet wat ze echt denken, voelen, vinden.
Dit ligt soms veel makkelijker bij mensen met autisme. Ze kunnen soms heel direct en eerlijk zijn. Misschien is dat soms lastig als het om kritische opmerkingen gaat. Tegelijk is het ook wel prettig: de kans op leugen of oneigelijk gedrag is veel kleiner.
Dit maakt echter dat vele mensen niet echt kunnen, durven zijn wie ze zijn. Het maakt mensen bovendien onvoorspelbaar. Ze zeggen niet wat ze echt denken, voelen, vinden.
Dit ligt soms veel makkelijker bij mensen met autisme. Ze kunnen soms heel direct en eerlijk zijn. Misschien is dat soms lastig als het om kritische opmerkingen gaat. Tegelijk is het ook wel prettig: de kans op leugen of oneigelijk gedrag is veel kleiner.
Oog voor detail
Ruben is bibliothecaris. Ik ben zijn jobcoach en loop al pratend met hem langs een lange rij boeken in de universiteitsbibliotheek. Zijn aandacht is bij het gesprek. Toch gaan zijn handen af en toe naar de boek schappen om een boek te verplaatsen. Ik vraag hem wat hij doet. Ruben vertelt dat hij boeken verplaatst en in de correcte alfabetische volgorde zet. Door zijn detaillistisch oog ziet hij onregelmatigheden die aan mijn oog voorbij gaan, terwijl hij ze zelfs met een halve blik al waarneemt.
Betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid bij autisme kent twee componenten.
Mensen met autisme hebben vaak een sterke behoefte aan duidelijkheid en structuur. Het zich houden en nakomen van afspraken, op tijd zijn enzovoort zit dus in hun aard ingebakken.
Ook in termen van loyaliteit en dus op het meer relationele is deze eigenschap vaak sterk aanwezig. Ook geldt dan: geen gezeur, geen excuses; als ik mijn baas iets beloof, kom ik het ook na.
Ik moet in deze uiteraard voorzichtig zijn om mensen zonder autisme niet voor het hoofd te stoten. Maar de kans dat na een weekendje doorzakken de werknemer zonder autisme zich ziek meldt, is groter dan dat de werknemer met autisme dat zal doen.
Mensen met autisme hebben vaak een sterke behoefte aan duidelijkheid en structuur. Het zich houden en nakomen van afspraken, op tijd zijn enzovoort zit dus in hun aard ingebakken.
Ook in termen van loyaliteit en dus op het meer relationele is deze eigenschap vaak sterk aanwezig. Ook geldt dan: geen gezeur, geen excuses; als ik mijn baas iets beloof, kom ik het ook na.
Ik moet in deze uiteraard voorzichtig zijn om mensen zonder autisme niet voor het hoofd te stoten. Maar de kans dat na een weekendje doorzakken de werknemer zonder autisme zich ziek meldt, is groter dan dat de werknemer met autisme dat zal doen.
Levensdomeinen. Levensgebieden of levensterreinen. Er is niet zoveel verschil. Wij gebruiken binnen de
PILLAR-methodiek het woord levensgebied.
Levensgebieden of domeinen zijn onder andere:
Werk, scholing, relatie, financiën, wonen. Een instrument om in kaart te brengen hoe iemand op de verschillende levensdomeinen functioneert, is de Zelfredzaamheid-matrix. De Zelfredzaamheid-matrix kent elf domeinen.
Autisme spectrum stoornis en levensgebieden
Bij mensen met autisme en ADHD is vaak sprake van problematiek op meerdere levensgebieden. Problemen die veelal ontstaan, omdat iemand, hoe intelligent hij of zij ook is, niet ziet dat er problemen zijn of beginnen te ontstaan. Dan wel het wel ziet, maar niet de stap kan zetten naar het vragen van hulp. Dan wel niet de juiste vragen of woorden vindt. Dan wel: een combinatie van al deze factoren. Vanuit de psychische vermogens bezien is dit allemaal dus herleidbaar tot de minder goed ontwikkelende vermogens van de centrale coherentie, executieve functies en Theory of Mind.
Het verwarrende voor buitenstaanders en voor mensen die de gevolgen van autisme of ADHD op het leven niet begrijpen, is dat je vaak ziet, dat iemand op het ene levensgebied redelijk tot goed functioneert, maar op andere levensgebieden grote problemen ondervindt. Betreffend persoon is daarnaast redelijk tot hoog intelligent, welbespraakt en ziet er niet autistisch uit.
Het is daarom niet perse vreemd dat mensen autisme niet zien of begrijpen.
De Zelfredzaamheid-matrix
De Zelfredzaamheid-matrix is door de gemeente Amsterdam (GGD) ontwikkeld om in kaart te brengen op welke terreinen of domeinen iemand tegen problemen aan loopt. Er zijn elf domeinen.
Per domein is de mate van de problematiek gedefinieerd. Waarbij niveau 1 voor zeer ernstige problematiek en disfunctioneren staat en niveau 5 voor zelfstandig en gezond.
Als iemand op een enkel levensdomein tegen problemen aanloopt, kan dat waarschijnlijk betrekkelijk snel opgelost worden. Bij ernstige problemen op meerdere domeinen zullen meerdere specialisten nodig zijn, die gericht op elk domein helpen.
De Zelfredzaamheid-matrix wordt door meerdere gemeentes gebruikt. Er is een tweede Zelfredzaamheidmatrix als het om kinderen of jongeren gaat.
Kijk verder op:
Zelfredzaamheid supplement ouderschap
Zelfredzaamheid matrix
Kenmerken van ADHD volgens de criteria van de DSM-IV
(Diagnostic Statistical Manual of Mental Disorders 4th Edition).
Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit
1. Aandachtstekort: zes (of meer) van de volgende symptomen van aandachtstekort zijn gedurende ten minste zes maanden aanwezig geweest in een mate die onaan- gepast is en niet
past bij het ontwikkelingsniveau:
het kind of de jongere:
- slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt achteloos fouten in schoolwerk, werk of bij andere activiteiten;
- heeft vaak moeite de aandacht bij taken of spel te houden;
- lijkt vaak niet te luisteren als hij/zij direct aangesproken wordt;
- volgt vaak aanwijzingen niet op en slaagt er vaak niet in schoolwerk, karwijtjes af te maken of verplichtingen op het werk na te komen (niet het gevolg van oppositioneel gedrag of van het onvermogen om aanwijzigen te begrijpen);
- heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten;
- vermijdt vaak, heeft een afkeer van of is onwillig zich bezig te houden met taken die een aanhoudende aandacht(langdurige geestelijke inspanning) vereisen (zoals school- of huiswerk);
- raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of bezigheden (bijvoorbeeld speelgoed, huiswerk, potloden, boeken of gereedschap);
- wordt vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels;
- is vaak vergeetachtig in zijn doen en laten (bij dagelijkse bezigheden).
2. Hyperactiviteit-Impulsiviteit: zes (of meer) van de volgende symptomen van aandachtstekort zijn gedurende ten minste zes maanden aanwezig geweest in een mate die onaangepast is en niet past bij het ontwikkelingsniveau:
Hyperactiviteit
- zit vaak met de handen te friemelen, met de voeten te schuiven en op zijn stoel te wiebelen of draaien;
- staat zo maar op (bijv. in de klas of in andere situaties), terwijl van het kind verwacht wordt dat het blijft zitten;
- rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is (bij adoles- centen of volwassenen kan dit beperkt blijven tot subjectieve gevoelens van rusteloosheid;
- heeft vaak moeite rustig mee te spelen of aan vrijetijdsactiviteiten deel te nemen;
- is vaak "in de weer" of "draaft maar door";
- praat vaak aan een stuk door.
Impulsiviteit
- gooit het antwoord er vaak al uit voor de vraag helemaal is gesteld;
- kan dikwijls niet op zijn beurt wachten, in een winkel, bij sport of spel of in groepssituaties;
- verstoort vaak bezigheden van anderen of dringt zich op.
Bijkomende criteria zijn, dat ADHD niet later dan op de leeftijd van zeven jaar is begonnen, dat de symptomen in twee of meer situaties dienen op te treden (bijv. thuis, op school, op het werk of de sportvereniging), dat de stoornis veel leed en beperking in het sociale, schoolse of beroepsmatige functioneren veroorzaakt en dat er geen sprake is van een zwaarder diagnose zoals pervasieve ontwikkelingsstoornis, psychose of manie (Koster van Goos, 1998).
Over de criteria en de bijkomende criteria zijn thans in wetenschappelijk kring vele discussies gaande, omdat er ook bijvoorbeeld mensen zijn waarbij de symptomen na het zevende jaar begonnen zijn.
Prevalentie (Voorkomen bij de bevolking)
De cijfers over het voorkomen van ADHD bij kinderen lopen nogal uiteen afhankelijk van de diagnosecriteria en de onderzoeker. Geschat wordt tussen de 3 en 20% van de Nederlandse bevolking. Aangehouden worden ongeveer 3-5%. Bij volwassenen wordt dit geschat op ongeveer 1% van de volwassen bevolking (v.d. Kooij, 2002).
Verschillen in uitingsvorm (presentatie) van AD(H)D bij mannen/jongens en vrouwen/meisjes
Jongens hebben drie tot viermaal vaker AD(H)D dan meisjes, terwijl bij volwassenen de verhouding elkaar benadert. Dit kan wijzen op onderdiagnostiek bij meisjes. AD(H)D gaat bij meisjes minder vaak gepaard met hyperactiviteit en agressief gedrag. Meisjes hebben meer internaliserende (naar binnen gekeerde) problemen (bijvoorbeeld depressief of in zichzelf gekeerd gedrag) en jongens uiten hun gedrag meer externaliserend (naar buiten gekeerd of agressief gedrag).
Specifieke kenmerken op de volwassen leeftijd
De bovengenoemde critera van de DSM-IV zijn specifiek vastgesteld voor kinderen. Er werd namelijk toen deze werden opgesteld, gedacht dat ADHD overging na de puberteit. Helaas is dit voor velen niet het geval. Bij volwassenen is het lastig de diagnose te stellen omdat is gebleken, dat er kenmerken verdwijnen of van vorm veranderen ( een voorbeeld hiervan is, dat de hyperactiviteit kan veranderen in een innerlijke onrust als gedreven door een motor). Ook kunnen volwassenen, doordat zij over hun eigen gedrag kunnen nadenken, in de loop er jaren strategieën hebben ontwikkeld om met hun problemen om te gaan. Ook is het mogelijk dat volwassenen zelf al hun leven zo hebben ingericht, dat zij geen "last" lijken te hebben van de problemen. Ze hebben bijvoorbeeld een baan gevonden, waarin zij al hun creativiteit en onrust kwijt kunnen.
Kenmerken bij volwassenen
- Leerproblemen, lager opleidingsniveau, opleiding niet afgemaakt
- Moeite met sociale contacten, gepest op school
- Financiële problemen, gokken
- Stemmingswisselingen
- Dwangmatigheid (vaak als copingstijl voor vergeetachtigheid en chaos)
- Temperamentvol gedrag, woede-uitbarstigen
- Gedragsproblemen: agressief gedrag, oppositioneel gedrag of autoriteitsconflicten, automutilatie en zelfmoordpogingen
- Sensation seeking: spanning nodig hebben (bijvoorbeeld te hard rijden, te veel risico's nemen, ruzie zoeken, gevaarlijke sporten beoefenen)
- Crimineel bedrag, contact met politie of justitie
- Relatieproblemen (niet aan afspraken houden, vergeetachtigheid, chaotisch)
- Werkproblemen (te traag tempo, te veel fouten, conflicten)
- Slaapproblemen (laat naar bed, onrustig slapen, moeite met opstaan) (Kooij, 2002).
Vaak voorkomende comorbiditeit
- Angst
- Depressie
- Drugs- en/of alcoholmisbruik
- Gedrags- of persoonlijkheidsstoornissen.
Specifieke kenmerken op de baby/peuterleeftijd
Deze kenmerken kunnen voorkomen maar hoeft niet en ook niet allemaal tegelijk.
- Veel huilen als baby en later snel in tranen kunnen uitbarsten.
- Onrustig.
- Niet snel te troosten
- Veel zuigbehoefte.
- Snel van slag.
- Veel aandacht vragen.
- Niet alleen kunnen spelen
- Zich zelf niet kunnen bezighouden
- Steeds contact willen of veel aandacht vragen.
- Periodes 's nachts veel huilen hierbij ontroostbaar.
- Motorisch onhandig.
- Minder contact met je kind, dan normaal verwacht.
- Niet luisteren.
- Afwezig. Of lijkt niet te luisteren.
- Druk. Overal aan zitten.
- Gespannen bij aanraken
- Als een plank aanvoelen bij oppakken.
Eigenlijk vertonen bijna alle kinderen wel diverse van bovenstaande kenmerken, als ze zo jong zijn, alleen vertonen personen met adhd deze in extremere mate, iedere dag en in vele situaties.
Net als in een artikel onder AUTISME waar we de vertaalslag maken van diagnostische criteria van autisme naar het dagelijks leven kun je hier meer lezen over deze vertaalslag bij ADHD. En waarom bevat een website over autisme informatie over ADHD? En waar is ADD gebleven?
Artikel: ADHD in het dagelijks leven
Inleiding
Ik verwijs in dit artikel als eerste naar pagina 128 van de DSM 5. Hier is aandacht voor de gevolgen van ADHD.Mijn ervaring is dat de gevolgen van ADHD op het leven zeer ingrijpend kunnen zijn. Erkenning hiervoor is binnen onze samenleving echter minimaal. Veel mensen doen ADHD af als een beetje druk. Ook instanties die beoordelen of iemand begeleiding nodig heeft, hanteert dit principe graag. Hun eigen onkunde wordt daarmee mede instrument om begeleiding af te wijzen.
Voor alle mensen, instanties die ADHD afdoen als “een beetje druk” volgt hier een opsomming hoe deskundigen naar ADHD in de DSM 5 kijken. Ik citeer alleen enkele formuleringen uit de eerste van drie alinea’s. Zie voor de volledige tekst de DSM 5:
Citaat DSM 5, pagina 128
“ADHD hangt samen met verminderde schoolprestaties, -resultaten en -vaardigheden, sociale afwijzing ... bij volwassenen slechtere werkprestaties en -vaardigheden, meer verzuim ... werkeloosheid ... inter-persoonlijke conflicten. Meer kans op ontwikkelen van (anti-sociale) persoonlijkheidsstoornis(sen) ... Verhoogde kans op middelgebruik (=verslaving), op gevangenschap (=criminaliteit), op letsel, op verkeersongelukken en -overtredingen, op obesitas”.
Dit is nog maar de helft. Hierna volgen nog twee alinea’s met een verdere opsomming. Tip: als jij, dan wel iemand anders, te maken krijgt met een instantie die ADHD ontkent of wegschuift? Verwijs naar deze pagina van de DSM 5. Schrijf ze desnoods over of lees ze voor.
Net als in het artikel over autisme spectrum stoornissen in het dagelijks leven behandelen we enkele van de criteria van ADHD. Ook hier maken we de vertaalslag van de medisch, psychiatrische omschrijving naar hoe je betreffend criterium of symptoom kunt tegenkomen in het dagelijks leven.
ADHD in de DSM 5
Bij de diagnose ADHD (DSM 5, pagina 123-125) zijn er een vijftal hoofdcriteria (A t/m E). We behandelen hier alleen het eerste criterium (A).A Een persisterend patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit dat interfereert met het functioneren of de ontwikkeling, zoals gekenmerkt door (1) en/of (2):
Bij (1) worden vervolgens negen symptomen genoemd, die betrekking hebben op “onoplettendheid”. Bij (2) staan negen symptomen die onder “hyperactiviteit-impulsiviteit”vallen. Om de diagnose te krijgen, moet er sprake zijn van problemen ten gevolge van 5 van de 9 symptomen. En uiteraard aan verdere voorwaarden die bij de criteria B t/m E staan.
We gaan in op enkele van de bij “onoplettendheid” vallende symptomen. Daarna doen we hetzelfde bij “hyperactiviteit-impulsiviteit”.
Wat opvalt als we de symptoom beschrijving bij ADHD vergelijken met de beschrijvingen van de criteria en symptomen van autisme spectrum stoornissen is dat deze laatste behoorlijke vaardigheden vereisen op het gebied van tekstinterpretatie. De criteria en symptomen van ADHD zijn veel begrijpelijker opgesteld.
Als je ze leest, kun je ze erg makkelijk op jezelf betrekken. Bedenk daarbij echter dat in diagnostisch opzicht het er om gaat dat het tot dermate grote problemen leidt, dat je leven hierdoor blokkeert en er flinke problemen door ontstaan op meerdere levensgebieden.
A1. Onoplettendheid
A1d.Volgt vaak aanwijzingen niet op en slaagt er dikwijls niet in om schoolwerk, karweitjes of taken op het werk af te maken (begint bijvoorbeeld weI met een taak, maar raakt al snel afgeleid),
vaak niet opvolgen van aanwijzingen
Het “vaak niet opvolgen van aanwijzingen” heeft soms verstrekkende gevolgen. Mensen kunnen hierdoor zeer eigenwijs en eigengereid overkomen. Dermate dat anderen afhaken.
Als buitenstaander ziet iedereen dat er meer mogelijk is, maar de handreikingen worden niet aangepakt, dan wel (zie in combinatie met A1f) worden gemeden.
In eigenwijs en eigenzinnig zit een waardeoordeel besloten. Toch past een omschrijving als: dermate eigenwijs/eigenzinnig dat het contraproductief uitpakt en iemand zelf niet in staat is te relativeren of de eigen positie te verlaten. Hierdoor zich niet leeftijd conform ontwikkelt. Hierdoor langer dan nodig zichzelf vastzet in een situatie die ongezond (in stand houden status quo) is.
De gevolgen zijn groot: één van de beste manieren om te leren en daarmee als persoon te groeien en te ontwikkelen, is modelling. Dus anderen nadoen. Een ander is tips en adviezen van anderen aannemen en hier opvolging aan geven. Weer een ander is hulp vragen en handelen naar de reactie.
Dit symptoom heeft als gevolg dat mensen soms vast zitten en hun persoonlijke groei en ontwikkeling langzamer gaat dan als ze in staat zouden zijn anderen toe te laten als leermeester, adviseur.
A1f.
Vermijdt vaak om, heeft een afkeer van, of is onwillig om zich bezig te houden met taken die een langdurige geestelijke inspanning vereisen (bijvoorbeeld schoolopdrachten of huiswerk; bij adolescenten en volwassenen: een rapport opstellen, formulieren invullen, of lange artikelen doornemen).
Vermijdt vaak om, heeft een afkeer van, of is onwillig
Over het vermijden, afkeer of onwillige bij dit symptoom moet niet lichtzinnig gedacht worden. De lijdensdruk, soms eenzaamheid kan groot zijn.
Het zijn vaak mensen met ambitie, die best willen. Maar iemand helpen maakt het lastig als deze de helpende hand keer op keer afwijst. Daardoor misschien wel onwillig lijkt. Hier is sprake van mensen die zich onwillig gedragen, terwijl ze eigenlijk wel willen, dan wel met hulp of advies verder kunnen komen. Gevolg: men houdt zijn eigen problematiek in stand, inmenging van buiten is lastig. Iemand begeleiden, laat staan behandelen is dan soms best lastig
A2. Hyperactiviteit-impulsiviteit
A2b.Staat vaak op in situaties waarin verwacht wordt dat je op je plaats blijft zitten (staat bijvoorbeeld op van zijn of haar plek in de klas, op kantoor of op een andere werkplek, of in andere situaties waarin je op je plaats moet blijven zitten).
Ik ben op zeker moment met mijn cliënt met ADHD op bezoek bij een psychiater. Voor het gemak noemen we mijn cliënt Renzo, We lopen naar binnen en kunnen alvast gaan zitten. Zij vraagt toestemming om nog even iets te noteren aan haar bureau en belooft daarna bij ons te komen aan tafel.
We zitten amper en Renzo staat al op, loopt naar een foto, pakt de foto van de muur en houdt hem op: “zijn dit uw man en kinderen”? Ze kijkt op, beaamt het allervriendelijkst en gaat door met haar aantekeningen.
Renzo gaat weer zitten. Om in dezelfde beweging voor me langs te reiken naar een speelgoedje op tafel. Hij pakt het en in zijn onstuimigheid valt het op de grond, in stukken. Hij pakt ze op, zet het in elkaar en staat alweer op. Ik denk: “ga maar door, wel zo makkelijk. Ik hoef zo meteen niet meer uit te leggen waarom we hier zijn.”
Dan komt de psychiater aan tafel en stelt haar beginvraag op redelijk droge toon. In haar vraag ligt eigenlijk al besloten, dat ze het antwoord wel al vermoed. Haar vraag is: waarom zijn jullie hier.
Waar ik op reageer met: Renzo heeft ADHD. Waarna zij op haar beurt, zonder iets te zeggen, uitstraalt: joh. Of? : joh, verrassend! ??)), nog kiezen
Waarom beschrijf ik dit? Deze wat meer informele benadering, in combinatie met dat het een aardige, leuke vrouw is, maakt dat Renzo gemotiveerd wordt om ritalin een kans te geven. Voorheen hebben hij en zijn ouders hier minder goede ervaring mee en er was nog enige weerstand in deze.
De winst van de ritalin is overigens bepaald geen genezing, hooguit een verbetering. Renzo heeft heel veel schulden. Die oplopen omdat hij maandelijks soms € 800 of meer aan verkeersboetes bij elkaar rijdt. Dit wordt nu aanmerkelijk minder. Om dit te bereiken, is overigens niet alleen een kwestie van ritalin voorschrijven en weg is het probleem. Renzo zelf is veel te impulsief en chaotisch om aan zijn medicatie te denken. Door een heel team rondom hem te formeren, lukte het om hem minimaal dagelijks, soms twee keer per dag zijn ritalin te geven.
Nu verloopt dit gesprek met Renzo met deze psychiater goed. Maar stel dat Renzo alleen op gesprek zou zijn bij iemand van een uitkerende instantie, een woningbouwvereniging of politie? Hoeveel begrip en geduld zou er dan zijn? Hoe groot de kans dat het gesprek verkeerd loopt?
A2e.
Is vaak 'in de weer' of ‘draaft maar door' (is er bijvoorbeeld niet toe in staat om lang stil te zitten, of voelt zich daarbij ongemakkelijk, zoals in een restaurant, tijdens een vergadering: anderen kunnen de betrokkene onrustig of moeilijk bij te houden vinden).
Het is gelukt! Mijn cliënt Ruud (gefingeerde naam) heeft een plek waar hij zijn taakstraf mag volbrengen. Het standaard project vanuit de reclassering is voor hem te hoog gegrepen: in een groep, op tijd komen, maken de kans van slagen klein.
Via een netwerkcontact van de vader van Ruud zijn we, samen met de medewerker van de reclassering, bij een kringloopwinkel uitgekomen. Zij kunnen een iets meer individuele aanpak garanderen. Denk aan later beginnen, meer persoonlijk contact.
Na een paar dagen kom ik langs en loop ik naar het kantoor van de baas. Eén van de voormannen ziet me en spreekt me aan: “die Ruud van jou, we raken er allemaal gestoord van!” Uit zijn woorden spreekt niet direct boosheid. Het is eerder een combinatie van verwondering, verbazing, ontzetting, verwarring van wat Ruud in een soms heel kort tijdsbestek aan schade of chaos weet te creëren.
Kort gesteld komt het er op neer: werken met Ruud leidt bij Ruud tot zoveel indrukken dat hij er van doordraait. Op hun beurt draaien anderen volledig door ten gevolge van het gedrag en de chaos van Ruud. Kortom: hij wordt gek van anderen (overprikkeling) en anderen worden gek van hem.
Nu is Ruud dermate chaotisch, impulsief en onnavolgbaar dat hij het nooit zal redden om zelfstandig te wonen, noch te werken. Samen met anderen iets doen (wonen, werken enz) veronderstelt dat je afspraken maakt en hier aan houdt. Ruud kan dat niet. Begeleid wonen is dus evenmin een optie. Binnen een dag, hooguit twee wordt hij op straat gezet.
Afsluitend
Ik begon de paragraaf met een opmerking over de beeldvorming dat ADHD een kwestie zou zijn van “een beetje druk”. Het verhaal van het leven van Ruud strekt zich hier ver boven uit.Binnen de PILLAR-jaartraining maken we bij nog meer symptomen van ADHD de vertaalslag van diagnostiek naar dagelijks leven. Ook kunnen we hier aan de hand van levensbeschrijvingen (casus) onderzoeken welke symptomen we herkennen.
Om hier geen misverstanden over te laten ontstaan. We doen dit niet vanuit een diagnostisch oogpunt. We doen dit juist om de vertaalslag te maken naar wat je met je kennis en inzichten kunt doen waardoor je iemand in zijn dagelijks leven kunt helpen.
auteur: Herman de Neef
Achtergrondinformatie: waarom ADHD op een website over de PILLAR-methodiek
De gevolgen van autisme en ADHD kennen een overlapping.
• Bij beide is vaak sprake van problematiek op meerdere levensgebieden.
• Misverstanden en conflicten kunnen makkelijk ontstaan. En daarmee ook ontslag, relatiebreuken.
• Bij beide ligt de acceptatie van hulp en begeleiding vaak gevoelig.
• Bij beide houdt vaak gebrek aan inzicht (ziekteinzicht) verandering tegen.
• Als er wel ziekte inzicht is, is er vaak sprake van een lang, soms levenslang proces om je weg te vinden in het leven.
• Het besef dat datgene wat voor de gemiddelde mens vanzelfsprekend is, niet vanzelfsprekend is, leidt ook tot vragen op existentieel niveau.
• Bij beide zie je dat de mensen er om heen vaak ook hun zorgen hebben, omdat ze weten of zien dat hun zoon, dochter, partner het alleen niet redt.
• Qua beeldvorming is bij beide weinig echt begrip binnen de samenleving.
• Op maat oplossingen, waar mensen met ADHD en autisme juist baat bij hebben, zijn niet vanzelfsprekend binnen onze samenleving.
De PILLAR-methodiek
De PILLAR-methodiek sluit om deze redenen goed aan bij autisme. En vanwege de overlap dus vaak ook bij ADHDAndere kijk op ADHD en Autisme
Binnen de diagnostiek van de DSM 5 zijn autisme spectrum stoornissen en ADHD aparte diagnoses.In de praktijk zie je echter dat beide diagnose dat iemand beide diagnoses krijgt.
Al werkend met mensen met autisme en ADHD valt op dat ze op een bepaalde manier binnen hetzelfde spectrum vallen. Er zijn bijvoorbeeld ook heel spraakzame en drukke en ongeconcentreerde mensen met autisme en in zichzelf gekeerde en nauwelijks initiatief nemende mensen met ADHD.
Met andere woorden: vanuit observatie, intuitie en ervaring hebben we geleerd dat de PILLAR-methodiek aansluit op mensen met ADHD en autisme en hier verder mee komen in hun leven. En dat is het belangrijkste.
Achtergrondinformatie: ADD en ADHD in de DSM IV en alleen ADHD in de DSM 5?
In de DSM IV was er ADD en ADHD. In de DSM 5 alleen ADHD. Waar is ADD gebleven?
Waar voorheen in de diagnostiek in de DSM IV sprake is van ADD en ADHD zou je binnen de DSM 5 kunnen zeggen, dat globaal gezien ADD betrekking heeft op de symptomen, die nu onder “onoplettendheid” vallen. Of dat klopt, is meer een kwestie van interpretatie van onze kant. Dit wordt verder niet uitgelegd in de DSM 5.
Er wordt binnen de diagnose vervolgens een instructie gegeven voor verder specificering naar:
• een gecombineerd beeld: er is sprake van onoplettendheid én hyperactiviteit-impulsiviteit.
• overwegend onoplettend beeld: zeg maar de vroegere ADD.
• overwegend hyperactief-impulsief beeld: zeg maar ADHD, maar zonder de A en eerste D.
Waar voorheen in de diagnostiek in de DSM IV sprake is van ADD en ADHD zou je binnen de DSM 5 kunnen zeggen, dat globaal gezien ADD betrekking heeft op de symptomen, die nu onder “onoplettendheid” vallen. Of dat klopt, is meer een kwestie van interpretatie van onze kant. Dit wordt verder niet uitgelegd in de DSM 5.
Er wordt binnen de diagnose vervolgens een instructie gegeven voor verder specificering naar:
• een gecombineerd beeld: er is sprake van onoplettendheid én hyperactiviteit-impulsiviteit.
• overwegend onoplettend beeld: zeg maar de vroegere ADD.
• overwegend hyperactief-impulsief beeld: zeg maar ADHD, maar zonder de A en eerste D.