facebooklinkedintwitter

De PILLAR-methodiek

  • boek tbv pillar website

Presentie binnen de PILLAR-methodiek maakt voor de methodologische verantwoording in belangrijke mate gebruik van de Presentie theorie van Andries Baart.
Op deze webpagina kun je meer lezen en desgewenst het artikel downloaden of de gegevens vinden om het boek te bestellen.

In het navolgende vertelt Andries Baart over de Presentietheorie

Het boek dat ik schreef op basis van langdurig onderzoek naar de praktijk van pastores in achterstandsbuurten (Een theorie van de presentie, verder TP), gaat om te beginnen precies over de zaken waarover iedereen denkt dat het gaat: over armoede, achterstandsbuurten, marginale mensen, leefwereldaansluiting, geweld en eenzaamheid, en het werk van buurtpastoraat daar.

Het wil een theorie van en voor dat soort werk leveren en daartoe hebben we zeven jaren lang zeer intens onderzoek gedaan in en met het veld – in het bijzonder in Utrecht bij twee pastores, maar ook op zo'n tiental andere werkplekken waar kerkelijke werkers volgens een presentieachtige benadering bij buurtbewoners betrokken waren.
Hun werk wijkt nogal af van wat we gewoonlijk zien, zowel in het pastoraat als in het welzijnswerk en de zorg, vooral doordat deze pastores radicaal meeleven met de zwakste buurtbewoners. Hoe zij dat doen en hoe dat in zijn werk gaat, wat er de betekenis van is en
waartoe het leidt, heb ik gepoogd te achterhalen en met de grootst mogelijke nauwkeurigheid te beschrijven en op het scherpst van de snede te interpreteren. Dat resulteert in een theorie die nauwelijks brede analyses biedt van sociale problemen (zoals marginaliteit, multi-culturaliteit, gebrekkige sociale cohesie, armoede), maar des te meer van het optreden van beroepskrachten die zich met liefde en aandacht betrekken op degenen die onder zulke problemen lijden. In dat opzicht wijkt de presentietheorie af van wat we gewoonlijk zien: ze concentreertzich meer op wat men feitelijk doet dan op wat men pretendeert,meer op de ervaren betekenis van het professionele aanbod dan op de ideologie van de werksoort. Het is nuttig om enkele methodische kenmerken van die presentiebenadering, zoals we die in ons onderzoek achterhaald hebben, op een rijtje te zetten.

1 Aansluiten volgens de presentiebenadering: methodische kenmerken

1.1 Beweging, plaats en tijd

De presentiebeoefenaar is dikwijls 'niet onder dak', dat wil zeggen: werkt niet vanuit een pandje of bureau en evenmin in een net zaaltje. Maar het geldt ook in overdrachtelijke zin:het werk is niet onder de theoretische, theologische, ideologische pannen. De presentiebeoefenaar leidt een zwervend bestaan, werkt vanaf de stoep, tamelijk onbeschermd dus. De daarbij aansluitende basisbeweging is: naar de ander toe in plaats van omgekeerd ('u moet
naar mij toe komen'). De presentiebeoefenaar is ongehaast en houdt zich vrijelijk op in het leefmilieu van de betrokkenen, is gemakkelijk aan te klampen. Het ritme van werken is afgestemd op het leefritme van de anderen: soms is dat traag, soms buiten loket-uren, soms razendsnel en urgent, soms repetitief en iteratief, vaak instabiel en redelijk onvoorspelbaar. Bovendien hebben presentiebeoefenaren in de regel langdurige contacten.

1.2 Ruimte en begrenzing

De presentiebeoefenaar is niet louter aanspreekbaar op één type probleem of hulpvraag. Openheid, domeinoverschrijding, brede inzetbaarheid, doen wat de hand vindt te doen: dat zijn trefwoorden. Een ander: gespecialiseerd in het ongespecialiseerde, en dat is (vergeleken met het reguliere welzijnswerk) hoogst bijzonder. De betrokkenen hoeven de aandacht en hartelijkheid van de presentiebeoefenaar niet te verdienen, ze zijn ook niet aan (formele) voorwaarden gebonden en kunnen het trouwens ook niet gemakkelijk verbruien. De presentiebeoefenaar is er onvoorwaardelijk. Het valt op dat presentiebeoefenaren vaak met opvallend grote eenheden werken: hele families, straten, geschiedenissen, probleemcomplexen, verhaalvertakkingen enz. Alles behalve verkokerd! Daarbij behoort het kenmerk dat er zoveel mogelijk gewerkt wordt met de zaken, de verhalen en de sociale structuren zoals ze zich voordoen (organiciteit).

1.3 Aansluiting

Er wordt nauw aangesloten bij de leefwereld en levensloop van de betrokkenen. De presentiebeoefenaardeelt in het leven van de betrokkenen. Bovendien staat niet de jacht op problemen voorop, maar het vinden van een bevredigende verhouding tot het leven. Deze verworteling in het geleefde leven mondt uit in een ander kenmerk: de presentiebeoefening oogt vaak heel alledaags, bedient zich ook van alledaagse omgangs- en werkvormen, werkplekken en werkrollen, van gewone taal, kleine, doodgewone aanleidingen en aangrijpingspunten.
Denk vooral niet aan zware hulpverlenende gesprekken, maar eerder aan met elkaar optrekken en daar doorheen ernstige zaken aansnijden: afgrijselijke kindermishandeling ter sprake krijgen onder een patatje. De omgang van presentiebeoefenaar en 'pastorant' is dikwijls heel hartelijk en informeel, men kent elkaar en deelt een geschiedenis. Trouw is een trefwoord, net als de beeldspraak van de familiale betrekking.

1.4 Afstemming en openheid

De presentiebenadering loopt niet over van door anderen uitgebroede bedoelingen. Doelen liggen niet vast, zeker niet tevoren; we spreken eerder van een doelrichting. De presentiebeoefenaar heeft een open agenda die de ander mag invullen; vaak letterlijk! Open is ook de benadering van de anderen: niet weten, je laten verrassen, je oordeel en handelen opschorten, de geleefde betekenis van het leven goed tot je door laten dringen (dus jezelf openstellen).
De sturing van het werk is dus ook problematisch: reflectief, zonder vaste patronen, zonder een legitimatie vooraf, zonder veilige regels of een beschermende professionele status. Je moet het toch vooral van jezelf hebben (introspectie). En ten slotte is ook het profiel van de werker vaak laag, open, flexibel, zonder te verdoezelen wie h/zij is, waarvoor h/zij staat en wat zijn of haar verantwoordelijkheden zijn.

1.5 Betekenis

Vanwege deze kenmerken is de presentiebenadering bijzonder, zij het niet exclusief, geëigend waar contact gezocht wordt met mensen in de marge van onze samenleving, met moeilijk bereikbare, chaotisch en teruggetrokken levende mensen bij wie zich de problemen opstapelen. Daarmee is tevens gezegd dat het onjuist is om de presentiebeoefening eenzijdig te associëren met armoede. Het blijkt vooral betekenisvol voor mensen die maatschappelijk uitgestoten, sociaal overbodig heten, wier verhaal, leed, leven anderen nauwelijks interesseert en die gemist kunnen worden als kiespijn. Juist die mensen worden door presentiebeoefenaren uitgekozen, gevonden, gesterkt, opgenomen in een sociaal weefsel, erkend. Doordat de presentiebeoefenaar zich (nauwgezet) positioneert in het netwerk van de reguliere zorg en het welzijnswerk, vormt deze vaak een goed bruggenhoofd.

Tot zover een deel van de weerslag van de Presentietheorie. Klik hier voor het volledige artikel.

Deze beknopte schets doet in het geheel geen recht aan het boek, is er zelfs geen samenvatting van, laat staan dat ze het vervangen kan. Wie meer wil weten van de presentiebenadering worden uiteraard allereerst verwezen naar Andries Baart, 'Een theorie van de presentie',
Lemma, Utrecht 2001 (3e vermeerderde druk).
De tekst van deze toelichting stemt in belangrijke mate overeen met hoofdstuk 1 van Andries Baart en Frans Vosman (red.), 'Present. Theologische reflecties op verhalen'

 

iQ Coaches in TV programma "da's goed geregeld"

iQ Coaches

Kom meer te weten over iQ Coaches

step00011